Gevonden in de rommeldoos, geprint op een matrixprinter 😉
Toen ik geboren werd was ik nog zeer jong. Mijn ouders waren niet thuis, ze waren op het aardappelland. Het land was niet van ons, maar we haalden er altijd de aardappelen. Mijn vader zat vast vanwege het geloof, Hij geloofde namelijk dat hij de huishuur niet hoefde te betalen. We waren met 20 kinderen, 10 jongens, 9 meisjes en een twijfelaar. We sliepen op een slaapkamer met gasmaskers op. De handdoek stond achter de deur. Omdate we maar een slaapkamer en een bed hadden, was het slapen erg moeilijk. Het eerste kind werd in bed gelegd en als het sliep werd het eruit gehaald en tegen de muur gezet, dan kwam het volgende aan de beurt en zo maar verder. Met het wakker maken kwam het niet zo nauw. Ze hebben mij een keer 14 dagen tegen de muur laten staan voordat ze het in de gaten hadden. Onze wekker was een emmer en als die vol was, was het zes uur. Als mijn vader 's nachts dronken was, liep de wekker altijd voor. Ja , we waren allen heel knap. Een broer van mij zit in Utrecht op de Universiteit. Hij staat op sterk water omdat hij twee hoofden had. Mij andere broer is een kunstenaar. Hij gaat met een oude jas het cafe in en komt er met een nieuwe uit. Een van mijn zusters had verkering met een jongen, die had maar een oog. Als ze elkaar onder vier ogen wilden spreken, moest ik er altijd bij zijn. De jongens heten allemaal Jan, behalve Frans, die heet Hendrik. Een van mijn zusjes is zo bijdehand, ze is laatst naar de markt geweest en daar heeft ze 30 kopjes gekocht voor maar 12,50. Het was alleen zo jammer dat de oortjes aan de binnenkant zaten. Toen ik op school kwam was ik 6 jaar. Ik kon altijd goed met de meester opschieten. Verscheidene klassen mocht ik 2 keer doen. De anderen moesten altijd naar de andere klas. De meester vroeg een keer aan mij : "Als je 112,00 schuld hebt bij de bakker, 120,00 schuld bij de slager en 110,00 schuld bij de groenteman, hoeveel schuld heb je dan in totaal ?" Ik zei: "Dat weet ik niet meester. Als wij zoveel schuld hebben, dan verhuizen we altijd." Toen ik van school afkwam, ben ik bij een smid gaan werken. Hij gaf me een hamer en zei: "Als ik knik, dan moet jij slaan." Hij heeft maar een keer geknikt.